Een stukje over Ton's verleden
Ton weet raad! (Of niet)
Deze week neem ik jullie graag mee naar een stukje verleden en hoe ik toch wel tot dit allemaal ben gekomen. Mijn jeugd was niet altijd echt leuk. Vaak werd ik gepest omdat ik toch anders was dan anderen. Opgegroeid in een klein boerendorpje, met de kerk en de zusters van liefde als middelpunt.
En ik kwam daar binnen om vrolijkheid te brengen. Ze begrepen er helemaal niks van, ja mijn oma. Voor de rest sprak ik een vreemde taal, en niemand begreep wie ik werkelijk was. Vandaar dat ik toen altijd al voelde dat er een man bij me was. Een oudere man, met zijn haren in een middenscheiding. Een krijtstreep broek met een strotouwtje als riem. En steeds als ik dan de weg kwijt was, nam hij me mee. Naar de verre verten, een stok met een rode zakdoek met boterhammen erin. En hij was als een vader voor me, en hij was er altijd. Als ik eerlijk ben is hij er nog steeds, alleen hij is wat meer gecultiveerd. Een ware vriend die me steeds het vertrouwen gaf. Ik ben nog steeds blij en trots dat hij er voor me is. Hij was ook degene die me aangaf dat je jezelf ergens pas thuis kon voelen als je je hart neerlegt.
Hij heeft me geleerd om te vertrouwen op het leven. Dat mensen vaak zoekende zijn, en dan geen tijd hebben voor anderen. De tijd dat oude mensen nog op zichzelf woonden. En waar je dan achterom nog kon binnengaan, en dan luisteren naar hun verhalen. Verhalen over hun grote wijsheid; zoals over dieren, planten en mensen. Die vertelden dan verhalen over hun jeugd en over de oorlog. Over ontberingen, over pijn en verdriet maar ook over de blijdschap als nummer 12 werd geboren.
Er komen nu ook zo twee mensen boven, mijn oma, mijn trots. Oma die voor mijn gevoel altijd pijn had, maar altijd zong en onbaatzuchtig van me hield. En ome Jos, die een boerderij had in het dorp. Die keek dan naar de lucht of staarde voor zich uit en dan kwam er vaak een verhaal over het weer en zijn dieren. En verder volgde je maar de school, het voetbal, de welpen allemaal omdat het leuk zou zijn.
Ik wist ook al vanaf kleins af, dat ik in de zorg wilde werken. Ik wilde ondanks dat mensen me toch vaak niet echt zagen, iets betekenen voor een ander. Steeds maar zorgen voor. Ik leefde in een eigen wereld, een eigen waarheid. Met mijn grote vriend aan mijn zijde. Die man mijn helper, sjamaan, leraar, en redder in nood. Ik ben hem zo veel verschuldigd, Al weet en zie ik nu dat hij nee schudt en me ondeugend aan kijkt. En overal ging/ gaat hij mee naartoe. En heeft me ook gevormd wat en wie ik nu ben. Een medium, sjamaan, healer. Maar vooral Ton, iemand waar je op kunt rekenen.
veel liefde licht en kracht
Ton